Home / Kennisbank / AOW-leeftijd blijft 67 jaar

AOW-leeftijd blijft voorlopig 67 jaar

De AOW-leeftijd blijft voorlopig staan op 67 jaar. Dat blijkt op basis van de CBS-prognose over de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer laten weten dat op basis van deze prognoses de AOW-leeftijd na de uitwerking van het pensioenakkoord ook in 2025 voorlopig 67 jaar blijft.

Het CBS verwacht dat de levensverwachting op 65-jarige leeftijd nog 20,75 jaar zal zijn in 2025. Beleidsmakers gebruiken dit cijfer om de toekomstige AOW-leeftijd vast te stellen.

AOW-leeftijd

In het pensioenakkoord is nu nog afgesproken dat de AOW-leeftijd de komende jaren in vertraagd tempo stijgt tot 67 jaar in 2024. Daarna is het streven de AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen dan de levensverwachting. Omdat de AOW-leeftijd in 2025 voor 1 januari 2020 moet worden vastgesteld, gebeurt dit nog volgens de huidige wetgeving. Op basis hiervan komt de AOW-leeftijd in 2025 uit op 67 jaar en drie maanden. Zodra de afspraak uit het pensioenakkoord in de wet is vastgelegd, komt de AOW-leeftijd ook in 2025 uit op 67 jaar. Minister Koolmees informeert de Tweede kamer voor de zomer van 2020 over de voortgang.

Levensverwachting

De levensverwachting van 65-jarigen neemt al sinds 1950 toe. In 1950 leefden 65-jarigen gemiddeld nog 14,3 jaar door, in 2018 was dat 19,9 jaar. In 2025 zal dat volgens de huidige prognose 0,9 jaar langer zijn. De toename van de levensverwachting verloopt niet gelijkmatig over de jaren. In Nederland, maar ook in andere West-Europese landen, is de levensverwachting sinds 2014 nauwelijks toegenomen. Voor 2019 wordt in Nederland echter weer een toename verwacht.